Wildernisschool Outback Logo Wildernisschool Outback Over leven in de wildernis

Diersporen op de Veluwe

Het programma diersporen stond eind oktober bij ons op het programma. Zes personen hadden zich hiervoor aangemeld en in een volle dag tijd werd dit onderwerp uitgebreid behandeld. Eén van de cursisten vond dit zo'n geslaagde dag dat hij besloot om met een aantal collega's terug te komen. 

Wederom liet ik deze cursus plaatsvinden nabij het Kootwijkerzand. Ditmaal begon ik in het bos echter niet op dezelfde plek, maar besloot een paar honderd meter verderop de inleidende introductie te geven. Vlakbij een dassenburcht, vossenhol en een aantal oude legers en ketels. Zo was ik ervan verzekerd dat er vele sporen ontdekt konden worden. Acht enthousiaste mannen, allen collega's van elkaar, zetten hun beste beentje hierbij voor.

Het gaat in het dierenrijk allemaal om de zintuigen; zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Maar welke daarvan hebben wij als mens nog onder de knie? Duidelijk is dat wij visueel zijn ingesteld, want vrijwel alles gebeurt bij ons op zicht in tegenstelling tot de meeste dieren. Maar zien wij nog wel als we in de natuur lopen? Kunnen we verstoringen ontdekken in een landschap? Verstoringen aangebracht door de dieren om ons heen? Natuurlijk kunnen wij dat zien, maar dan moet je er wel opletten.

Na een zintuigelijke oefening verricht te hebben gingen de heren in vier groepjes van twee personen op zoek naar het mooiste dierspoor wat zij konden vinden. Al snel bleek dat deze mannen veel zagen in dit sporenrijke landschap. De ontdekkingen liepen we vervolgens na en ik gaf daarbij een zo goed als mogelijke uitleg. Ook was er een prachtige stekelzwam ontdekt waarvan ik de naam na veel onderzoek nog steeds niet weet. De eerst behandelde vondst bestond uit een omgevallen grove den met oa vele vraatsporen van insecten, piksporen van vogels, spechtengaten en krabsporen van een das. Fantastisch mooi om te zien hoeveel sporen er op één boom te vinden zijn! Als laatste kwamen we bij een aantal holen in de grond. Eén tweetal dacht aan een vossenhol terwijl het andere koppel een dassenburcht vermoedde. De waarheid is echter deze holen gemaakt en gebruikt worden door meerdere dassen. Echter kan een oude onbewoonde dassenburcht uiteindelijk wel door een vos worden bewoond. Sporen in de nabije omgeving en voor de ingang van de gebruikte ingang geven hierover meer duidelijkheid. Tevens heeft een vossenhol een zeer markante geur wat de groep later zou ontdekken.

Na een korte pauze liepen we de zandvlakte op om een duidelijk sporenpatroon op te pikken met als doelstelling deze op naam te brengen. We kwamen uit bij een spoor van een groot mannetjes edelhert. Met de karakteristieke vorm van de prent met een lengte van 9 cm en een paslengte van ruim 120 cm was dit onmiskenbaar. In deze biotoop is er simpelweg geen ander dier die in stap een dergelijke paslengte heeft. Een zwijn kan bv wel een prentlengte van 9 cm hebben, maar die haalt zelfs in galop geen 100 cm lengteverschil tussen twee dezelfde voeten. Ook vertoont een zwijnenprent vrijwel altijd bijhoeven en is de vorm heel anders. Ook hiervoor geldt; als je weet waarop je moet letten, dan pas zal je het duidelijk zien.

Overige diersporen die we deze dag gezien hebben waren oa vele wissels, een zoelplaats, schuurbomen, uitwerpselen van diverse dieren waarbij vele mestkevers direct gebruikt maakten door er middenin een hol te graven zodat die dicht bij zijn eten woont (zie één van de onderstaande foto's), foerageersporen, piksporen, haren, veren, ketels en een bewoonde vossenhol.

Voor meer informatie over deze cursus ga je naar diersporen.