Wildernisschool Outback Logo Wildernisschool Outback Over leven in de wildernis

Diersporen in Kootwijk

Afgelopen zondag trok ik met een groep van zes personen het Kootwijkerzand op waarbij het onderwerp dierensporen een hele dag werd behandeld. Voor mij is dit het leukste onderwerp om momenteel mee bezig te zijn en daarom keek ik er erg naar uit om mijn passie deze dag te delen.

De natuur krioelt van leven. Of je nu in een bos, een stadspark of in je eigen achtertuin zoekt, overal zijn dieren aanwezig en zij laten allemaal hun sporen achter. De één wat duidelijk dan de ander, maar met een beetje kennis weet je waar je moet zoeken en zo vergroot je de kans om iets te vinden. Eenmaal een spoor gevonden kan je misschien achterhalen van welk dier het is. Vind je meerdere sporen dan is het misschien mogelijk om gebeurtenissen aan elkaar koppelen. Met een beetje inlevingsvermogen kan je voor je zien wat een dier daar gedaan heeft, hoe het zich bewoog en kan je misschien iets vertellen over de leeftijd. Voor je het weet komt er een verhaal tot stand en dat allemaal op een plek waar het dier nu niet meer is. Je hebt het te danken aan de sporen die zijn achtergelaten en je leest nu letterlijk wat er in het landschap gebeurd is! Dit is één van de inzichten die ik op deze dag probeerde mee te geven.

Over onze zintuigen probeerde ik aan de hand van een paar oefeningen een leermoment te koppelen. Iets wat wij als mens wel kunnen gebruiken, want zintuigelijk gezien zijn we vergeleken met de dieren om ons heen heel erg dom. We weten niet meer hoe het is om op onze neus, gehoor en gevoel te vertrouwen. Het aanscherpen van je zintuigen is echter niet in een paar oefeningen aangeleerd, maar komt neer op toegewijde en welbewuste training wat je zeker ten goede zal komen als je met diersporen bezig bent. Met een scherpe neus kan het duidelijk worden of er das of vos in een burcht leeft alhoewel hiervoor vaak ook andere aanwijzingen zijn te vinden. Door bewust in het bos rustig zittend te kijken, luisteren, ruiken en voelen zal er een wereld voor je opengaan. Daarom startte deze cursus ook op deze manier.

Nog voor de pauze hadden we al diverse sporen gevonden. Alhoewel ik bekend ben in dit gebied was het zeker niet mijn doelstelling om alles aan de groep voor te kauwen. Daarom kregen zij tot tweemaal toe de opdracht om zelf op zoek te gaan naar een dierspoor. Zo zie ik maar weer dat zeven paar ogen meer zien dan één paar ogen. Op een gegeven moment vonden we op de zandvlakte een spoor van een groot solitair mannetjes zwijn, ook wel keiler genoemd. Nu was het tijd om zijn spoor te ontleden. Hoe groot is zijn prent? Wat is zijn paslengte? Waar liep hij heen? In welke loopwijze deed hij dat? Wat is zijn linkervoorvoet? Zijn rechtervoorvoet? Enzovoorts. Deze keiler kwam in draf het bos uitgelopen, stopte even nadat hij al zo'n 10 meter op de zandvlakte liep, nam een klein sprongetje naar links en vervolgde zijn weg in die richting. Na zo'n 15 meter besloot hij toch maar terug richting bosrand te gaan en versnelde zijn draf.

Na de lunchpauze gebruikten we de prenten van mijn hond Rayo als studiemateriaal. Ik liet hem 50 meter verderop zitten en riep hem uiteiendelijk bij me. Nu de opdracht aan de cursisten om erachter te komen wat zijn linkervoet en rechtervoet afdrukken zijn en welke loopwijze dit was. Deze informatie konden ze terug vinden in een klein informatieboekje die ik gemaakt heb.

Aan het eind van de dag wilde ik de groep nog een hol van een martigachtige laten zien. Deze was de jaren hiervoor nog bewoond, maar dit jaar had ik hem nog niet bekeken. Het hol. of in ieder geval deze ingang, zag er nu ongebruikt uit en zo liepen we langzaam terug naar de auto's om het programma af te sluiten. En toen zag ik ineens nadat we een klein heuveltje waren overgelopen een uitgegraven hol van een das. Opgewonden als ik was versnelde ik mijn pas om het van dichterbij te bekijken. Ja hoor! Niet één ingang, maar zoals gebruikelijk, meerdere ingangen en luchtschachten had deze burcht. Voor één ingang lag net uitgegraven zand van niet eens een dag oud (dat kon je zien aan de weinige bladeren die erop lagen) en bolletje nestmateriaal in de vorm van droge gras. Er werd dus duidelijk gewerkt aan dit deel van de dassenburcht. Omdat de dag tijdtechnisch gezien ten einde was gekomen bleven we hier niet lang staan kijken, maar wat een mooie vondst aan het eind van de dag! Eén ding was zeker; ik zou dezelfde middag en de volgende dag nog terugkomen voor meer onderzoek en het maken van vele foto's (zie laatste onderstaande foto met bijbehorend verslag).

Voor meer informatie over deze cursus zie diersporen.